Spapens ziet misdaad als sociologisch fenomeen

Toine Spapens is benoemd tot hoogleraar criminologie aan de Universiteit van Tilburg. Hij ziet het zelf als de kroon op zijn carrière, die hij na zijn studie politicologie begon bij onderzoeksbureau B&A in Den Haag.

Spapens is een vooraanstaand criminoloog op het gebied van de Zuid-Nederlandse misdaad. Zo heeft hij onder meer onderzoek gedaan naar de georganiseerde wietcriminaliteit in dit deel van het land. Ook onderzocht hij de grensoverschrijdende samenwerking van politie en justitie, waarbij hij de vraag probeerde te beantwoorden of criminelen onder druk van opsporing slimmer worden.

Hij rolde de criminologie binnen nadat hij bij IVA Beleidsonderzoek en Advies in Tilburg in contact kwam met hoogleraar criminologie Cyrille Fijnaut. Die haalde hem als onderzoeker naar de universiteit. ‘Dat kon eigenlijk niet, want ik was nooit gepromoveerd,’ vertelt Spapens tegenover BN De Stem. ‘De voorwaarde was dat ik dat binnen twee jaar alsnog zou doen. Normaal staat daar vier jaar voor. Het was pittig. Ik promoveerde in 2006 met een proefschrift over de georganiseerde xtc-handel in Nederland.’

De misdaad ziet Spapens als een sociologisch fenomeen. ‘Uit de onderzoeken in het zuiden blijkt dat de georganiseerde criminaliteit in Limburg en Brabant meestal voortkomt uit sociale netwerken die vaak al generaties meegaan,’ zegt hij in BN De Stem. Volgens hem is het belangrijk om de instroom van mensen in een crimineel netwerk te beperken. ‘Je moet je richten op de vijver waar ze uit voortkomen. Zorg voor opvang en goed onderwijs.’

Ook is het zaak om de belangrijke mensen binnen een netwerk te traceren. Toch moet er nog veel gebeuren om de zware criminaliteit te stoppen. Dit komt doordat de grenzen vervagen en Nederlandse criminelen naar het buitenland gaan. ‘In de jaren tachtig is het contact gelegd tussen Amsterdam met zijn internationale verbindingen en het criminele geld in het zuiden. Sinds die tijd is het hard gegaan,’ volgens Spapens.